Burgemeester en wethouders van Amsterdam maken ingevolge artikel 3.3 en 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 110c van de Wet geluidhinder het volgende bekend:

Burgemeester en wethouders hebben bij besluit van 30 september 2024 (kenmerk: Z2023-A000433) een omgevingsvergunning verleend voor het project Vreeswijkpad en het bijbehorende besluit genomen tot vaststelling van hogere waarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

Coördinatie

Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben op grond van de Coördinatieverordening Amsterdam besloten tot gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking, als bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening, van de omgevingsvergunning voor de activiteit strijdig gebruik en het besluit tot vaststelling hogere waarden en de hierop betrekking hebbende stukken. Dit betekent dat de publicatie over en de terinzagelegging van de omgevingsvergunning en het besluit tot vaststelling hogere waarden in één proces worden gecoördineerd, met één beroepsgang. De tervisielegging voor de aanvang van de beroepstermijn vindt daarom gelijktijdig plaats.

Omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning (OLO-nummer 8298579) ziet toe op de realisatie van maximaal 104 woningen, waarvan minimaal 80% sociale huur, aan het Vreeswijkpad in Amsterdam Zuidoost. Deze ontwikkeling is onderdeel van de realisatie van een nieuw woongebied aan het Vreeswijkpad, waar in 2021 het Integraal Kindcentrum (IKC) Knotwilg al is verhuisd naar een nieuwe locatie.

De ontwikkeling van het nieuwe woongebied past niet in het huidige bestemmingsplan. De omgevingsvergunning voor ziet toe op het afwijken van het bestemmingsplan (de activiteit ‘strijdig gebruik’).

Hogere waarden

De voorkeurswaarden voor geluid zoals aangegeven in de Wet geluidhinder zullen ter plaatse van een aantal woningen worden overschreden. Omdat geluid reducerende maatregelen onvoldoende doeltreffend dan wel bezwaarlijk zijn, is het noodzakelijk om hogere geluidwaarden vast te stellen.

Crisis- en herstelwet

Op deze procedure is de Crisis- en herstelwet van toepassing als gevolg van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet. Dat betekent dat belanghebbenden te zijner tijd in de beroepsfase (nadat de omgevingsvergunning definitief is verleend door het college van burgemeester en wethouders) in het beroepschrift alle beroepsgronden moeten aangeven. Na afloop van de beroepstermijn van zes weken kunnen dan geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd.

Terinzagelegging

De omgevingsvergunning voor fase 1 en het hierbij behorende besluit tot vaststelling van hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder liggen met de daarbij behorende stukken met ingang van 2 oktober 2024 gedurende een termijn van zes weken ter visie op het volgende adres:

• Zuidoost, Anton de Komplein 150, Amsterdam. Bel voor openingstijden, 14 020 of kijk op www.amsterdam.nl/adressengids/stadsloketten/stadsloket-zuidoost

De besluiten zijn tevens digitaal raadpleegbaar op:

• www.ruimtelijkeplannen.nl (u kunt zoeken op het volgende IMRO-nummer: NL.IMRO.0363.T2403PBSTD-VG01)

Beroep instellen tegen dit besluit

Op grond van artikel 8.3 Wro worden de gecoördineerde besluiten voor de mogelijkheid van beroep als één besluit gezien. Als u het niet eens bent met het besluit kunt u met ingang van 20 oktober 2023 gedurende zes weken schriftelijk beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de Raad van State. Zie voor de mogelijkheden de website van de Raad van State.

Wie kan beroep instellen?

1. Belanghebbenden.

2. Niet-belanghebbenden die tijdig een zienswijze tegen het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht over het besluitonderdeel waartegen zijn beroep zich richt. Niet-belanghebbenden dienen echter wel rekening te houden met het relativiteitsvereiste.

3. Niet-belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht over het besluitonderdeel waartegen zijn beroep zich richt, maar aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijze naar voren hebben gebracht. Niet-belanghebbenden dienen echter wel rekening te houden met het relativiteitsvereiste.

Het beroepschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; de gronden van het beroep. Verder dient zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft te worden overgelegd.

Voorlopige voorziening

Het besluit treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Diegene die beroep heeft ingesteld kan bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Een verzoek om voorlopige voorziening dat binnen de beroepstermijn is ingediend schort de inwerkingtreding van het besluit op totdat op het verzoek is beslist. Voor de behandeling van zowel een beroepschrift als een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Voor nadere informatie over deze procedure(s) kunt u zich wenden tot de Raad van State (telefoon 070 – 426 44 26).

Amsterdam, 2 oktober 2024

Burgemeester en wethouders